Beschrijving
Dit kronkelige, tragikomische verhaal van een Egyptisch-joodse familie speelt zich af in drie landen: het koloniale Egypte, het post-koloniale Kameroen en Israël. De 17-jarige Esther woont in en afgelegen dorpje ergens in Israël. De roman begint op het moment dat zij naar haar oom in Kameroen wordt gestuurd.
Daar ondergaat ze de spanningen, tegenstrijdigheden, corruptie en verwarring van het benauwde bestaan in Afrika: de relatie tussen zwart en blank, meester en dienaar, joden en niet-joden, progressieven en conservatieven, mannen en vrouwen. Esther ontdekt er haar ontluikende, nog onzekere seksualiteit en tast de grenzen af van wat wel en niet mag in het contact met een zwarte man.
Het boek tekent een wereld in voortdurende beweging: van plaats naar plaats, van tijd naar tijd, van de ene in de andere spreekstijl, van het ene naar het andere portret van een familielid.